Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die U Mij hebt gegeven, omdat zij van U zijn –alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij–en omdat in hen Mijn grootheid zichtbaar geworden is. Ik ben al niet meer in de wereld, Ik ga naar U toe, maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen door Uw naam, de naam die U ook aan Mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals Wij één zijn. Zolang Ik bij hen was heb ik hen door Uw naam, die U Mij gegeven hebt, bewaard en over hen gewaakt: geen van hen is verloren gegaan behalve hij die verloren moest gaan, opdat de Schrift in vervulling ging. Nu kom Ik naar U toe, en Ik zeg dit terwijl Ik nog in de wereld ben, opdat zij vervuld worden van Mijn vreugde. Ik heb hun Uw woord gegeven. De wereld haat hen, omdat ze niet bij de wereld horen, zoals ook Ik niet bij de wereld hoor. Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen de duivel. Ze horen niet bij de wereld, zoals Ik niet bij de wereld hoor. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid. Ik zend hen naar de wereld, zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden. Ik heb Mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.

Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in Mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals Wij: Ik in hen en U in Mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U Mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals U Mij liefhad. Vader, U hebt hen aan Mij geschonken, laat hen dan zijn waar Ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die U Mij gegeven hebt omdat U Mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd. Rechtvaardige Vader, de wereld kent U niet, maar Ik ken U, en zij weten dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hun Uw naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Marcus 13:1-13 De komst van de Mensenzoon 1
Lucas 6:17-23 Onderricht aan de leerlingen 1
Johannes 12:20-36 Jezus spreekt over Zijn dood
Lucas 8:49-56 Genezing en dodenopwekking 2
Marcus 14:1-11 Jezus met kostbare olie gebalsemd
Johannes 8:12-20 Jezus getuigt over Zichzelf 1
Lucas 7:11-17 Genezing en dodenopwekking 2
Marcus 9:2-13 Een stem uit de hemel
Matteüs 13:18-23 Gelijkenissen over het koninkrijk...
Matteüs 12:43-50 Confrontatie met Farizeeën en sch...
Lucas 12:13-21 Onderricht aan de leerlingen en de ...
Johannes 11:45-54 Lazarus uit de dood opgewekt 4
Matteüs 12:38-42 Confrontatie met Farizeeën en sch...
Matteüs 9:35-38-10:1-4 Uitzending van de twaalf 1
Lucas 20:41-47-21:1-4 Onderricht in de tempel 2
Matteüs 15:1-9 Rein en onrein 1
Marcus 14:22-31 Het pesachmaal 2
Matteüs 12:22-32 Confrontatie met Farizeeën en sch...
Lucas 3:10-22 Optreden van Johannes 2
Lucas 21:20-28 De komst van de Mensenzoon 2
Johannes 10:1-10 De goede Herder 1
Johannes 16:17-28 De haat van de wereld 3
Johannes 18:12-24 Jezus gevangengenomen en verhoor...
Matteüs 11:25-30 Jezus en Johannes 6
Matteüs 21:1-13 Intocht in Jeruzalem 1
Johannes 20:19-31 Verschijningen 1
Lucas 10:1-16 Uitzending van de tweeënzeventig lee...
Lucas 24:13-27 Verschijningen en hemelvaart 1
Lucas 21:5-19 De komst van de Mensenzoon 1
Matteüs 17:24-27 Onderricht aan Petrus en de leerl...
Matteüs 26:17-30 Het pesachmaal 1
Lucas 12:49-59 Onderricht aan de leerlingen en de ...
Lucas 5:27-39 Jezus bij Levi
Lucas 19:11-19 De gelijkenis van de koning en de d...
Lucas 10:38-42 Het enig noodzakelijke 2
Marcus 3:20-35 Jezus, de schriftgeleerden en Zijn ...
Matteüs 11:2-6 Jezus en Johannes 1
Lucas 6:1-11 Jezus en de sabbat
Lucas 19:29-40 Intocht in Jeruzalem 1
Matteüs 15:10-20 Rein en onrein 2
Johannes 9:13-23 Genezing van een blinde 2
Matteüs 7:1-12 De Bergrede 6
Johannes 9:1-12 Genezing van een blinde 1
Johannes 1:19-34 Getuigenissen 1
Lucas 14:25-35 Het volgen van Jezus
Johannes 20:1-10 Opstanding 1
Matteüs 25:31-46 De komst van de Mensenzoon 7
Johannes 21:15-25 Verschijningen 3
Marcus 16:1-8 Het lege graf
Lucas 9:37-50 Onderricht aan de leerlingen 3
Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel
Matteüs 11:7-15 Jezus en Johannes 2
Marcus 3:7-19 Jezus, de menigte en Zijn leerlingen
Matteüs 26:31-35 Het pesachmaal 2
Matteüs 8:14-22 Genezingen en navolging 2
Matteüs 19:1-12 Leven met het oog op het koninkrij...
Johannes 15:1-17 De wijnstok en de ranken
Marcus 9:14-24 Geloof en ongeloof 1
Marcus 10:13-22 Binnengaan in het koninkrijk van G...
Lucas 6:36-42 Onderricht aan de leerlingen 3
Lucas 2:41-52 De twaalfjarige Jezus in de tempel
Lucas 18:1-8 De komst van de Mensenzoon 2
Lucas 7:36-50 De liefde van een zondares
Marcus 8:27-33 Wie is Jezus? 1
Johannes 16:1-16 De haat van de wereld 2
Matteüs 19:16-22 Binnengaan in het koninkrijk van ...
Johannes 9:24-41 Genezing van een blinde 3
Matteüs 16:13-20 Wie is Jezus? 1
Lucas 23:26-43 Kruisiging en graflegging 1
Matteüs 5:20-32 De Bergrede 2
0Shares